TwitterFacebookContact
Het pastorale werk van het Straatpastoraat wordt in praktijk uitgevoerd door de straatpastors.
De straatpastors zijn Nico Binnendijk (sinds mei 2022), Kitty Mul (sinds november 2017) en Josette Broekman (sinds juni 2022).
Zij bieden geestelijke, mentale, psychische ondersteuning aan de meest uiteenlopende mensen uit de aandachtsgroep van het Straatpastoraat. De pastors fungeren voor hen als vertrouwenspersoon, klankbord, vraagbaak en desgevraagd adviseur en begeleider m.b.t. de meest diverse levensvragen en praktische problemen waar mensen mee worstelen. De straatpastors doen hun werk niet vanuit een kerk, een kantoor of een (eigen) locatie, maar zij kiezen voor 'professionele nabijheid': zoveel mogelijk dáár zijn waar de 'straatmensen' zich bevinden: de straten, de pleinen, de parken, de duinen, de soepbus, maar ook de locaties van maatschappelijke dag- en nachtopvang en inloopplekken, die aan de hand van een onderlinge verdeling minimaal eenmaal per week worden bezocht. Uit de ontmoetingen die de pastors hebben, komen zeer regelmatig individuele afspraken voort. Geregeld worden ook mensen bezocht in instellingen als het ziekenhuis, een verpleeghuis, de psychiatrie of de gevangenis.
Of het nu gaat om de basisbehoeften van bed, bad en brood, om meer praktische zaken als dagbesteding, werken en wonen, persoonlijke relaties of over het meer geestelijke niveau van plannen en idealen, vrijwel alle contacten die pastors hebben, raken direct of indirect aan zinvragen. Het werk van de straatpastors wordt treffend getypeerd door de zogenaamde 'presentiebenadering', een pastorale houding die zich kenmerkt door de keuze om duurzaam, zoveel mogelijk en zo dicht mogelijk bij mensen te zijn in het leven zoals zij het leven. Het uitgangspunt is de aandacht voor de mens zoals hij is en zoals zij zich voelt.
Daarbij zijn aanvaarding en respect grondwaarden. Mensen worden aanvaard zoals ze zijn, met respect voor hun eigen keuzen. De straatpastors trachten hen niet over te halen tot wat zij of anderen 'goed voor hen vinden'. Wanneer de gesprekspartner echter zélf een bepaald doel, een wens of een verlangen heeft, dan zijn de straatpastors graag bereid hem of haar daarin mentaal en waar nodig en mogelijk ook praktisch te ondersteunen.
Het Straatpastoraat geeft geen financiële ondersteuning, maar wel worden mensen geholpen om hun weg te vinden in het woud van bureaucratie waarin zij soms dreigen te verdwalen.
De pastors streven ernaar mensen voor concrete vragen door te verwijzen naar hulpverlenende instanties, maar omdat mensen er vaak tegenop zien om zich alleen (weer) bij een loket of balie te melden, gaan zij in veel gevallen ook zelf mee om op die manier iemand te helpen de drempel te overwinnen. Hetzelfde geldt voor bezoeken aan de dokter, de politie, de sociale dienst en andere 'loketten'. Waar nodig kan de pastor bemiddelen in het contact, wanneer dit niet bevredigend verloopt en na afloop kan met de 'cliënt' de inhoud van het gesprek nog worden nabesproken. In bijzondere situaties kan het Straatpastoraat voor mensen financiële steun aanvragen bij fondsen, die daarop gericht zijn.
Het feit dat het Straatpastoraat en de pastors buiten het officiële systeem van opvang en hulpverlening staan en daar ook buiten willen blijven, wordt door menigeen haarfijn aangevoeld en werkt in de contacten zeer drempelverlagend. De straatpastors krijgen en houden vaak contact met mensen die als 'zorgmijder' bekend staan. Omdat dit vaak voorkomt uit eerdere teleurstellingen met de hulpverlening, zou het wellicht beter zijn te spreken van 'zorgvermoeiden'.
Zo vormt het Straatpastoraat een belangrijke antenne voor mensen die anders 'onder de radar' blijven.